Buiten spelen
Kinderopvang 2000 nummer 4 Dinsdag 25 April 2000De lente is weer in het land. En hoe hartelijk ik de zon ook verwelkom, mooi weer zorgt eveneens voor een probleem. Namelijk: hoe lever ik Demi en Denzel na een dagje buiten spelen weer heelhuids bij hun moeder in?
Want ze rennen veel en ze racen met hun loopauto's als een speer heen en weer en een ongeluk zit in zo'n klein hoekje. Soms weegt de verantwoording zwaar. Vooral als een van de twee tenslotte een smak maakt. Natuurlijk, ook binnen gebeurt er af en toe wel een ongelukje. Een val, een botsing, een vingertje tussen de deur, een tandje door de lip. Het is niet altijd te voorkomen. Toen Demi en Denzel pas mijn gastkindjes waren vond ik het verschrikkelijk als een van hen een wondje opliep tijdens de oppasuren. "Niets aan te doen," zei hun moeder Jellie dan laconiek. "Dat gebeurt thuis ook, het zijn nu eenmaal kinderen." Maar toch, mijn streven was ze ongehavend weer naar huis te laten gaan. Ik was dan ook zeer voorzichtig met ze. Als het mooi weer was gingen we naar buiten, en meestal zette ik ze dan in de tweelingwagen om te gaan wandelen. Want dat was het allerveiligst. Maar ondanks het gevaar voor verwondingen, mochten ze uiteraard ook buiten spélen. Dat vonden ze heerlijk, ook al had er wel eens eentje een ontveld knietje of een geschaafd handje.
Speelden Demi en Denzel die eerste lente en zomer vooral in de achtertuin, vorig jaar liet ik ze vaak in de voortuin spelen. Want voor was veel meer te zien en te beleven dan achter. Vooral als de scholen uitkwamen was het feest. Want in onze kinderrijke straat waren altijd wel kinderen die naar Demi en Denzel toekwamen om met ze te spelen. Ik vond al die kinderen ook wel gezellig, maar ik moest dubbel zo goed opletten. Want als de driejarige Mylco bijvoorbeeld kwam spelen, dan klom hij over het hek als hij weer naar huis ging. En vooral Denzel probeerde vaak zijn voorbeeld te volgen. Ik moest er trouwens ook goed op letten dat dat hek op slot zat. En dat ze niet op het muurtje klommen. En dat ze niet teveel aan de immer aanwezige buurkat Kato kwamen, want die wou weleens uithalen. En ik moest mijn negenjarig buurjongetje Johan ervan weerhouden de kleintjes op te tillen. "Maar je weet toch dat ik best kleine kinderen kan optillen," zei Johan verontwaardigd. Dat wist ik wel. Johan was ervaringsdeskundig. Hij had vaak genoeg zijn drieling broertjes en zusje opgetild toen zij de leeftijd van Demi en Denzel hadden. Desondanks vond ik het nergens toe dienen dat hij de tweeling optilde.
Zo was ik die zomer elke mooie oppasdag bezig om Demi en Denzel zonder schrammen, blutsen en builen weer aan hun moeder mee te geven. Op heel af en toe een enkel klein beschadigingetje na is dat aardig gelukt.
Nu staat een nieuwe zomer voor de deur. En ik hoop dat we vaak naar buiten kunnen. Want buiten spelen is leuk, ondanks alle zorg en verantwoording. Ik hoop dus op veel zonnige dagen. Met af en toe een dagje regen. Voor mij. Om even bij te komen.
Dini Commandeur