Dit blog...

Welkom op de website van Dini Commandeur. Als columniste heeft Dini een flink aantal columns voor verschillende bladen geschreven. Daarnaast schrijft Dini af en toe korte verhalen. Deze columns en verhalen zijn op deze website beschikbaar voor iedereen. Periodiek worden hier ook de nieuwste columns en verhalen gepubliceerd.

Archieven

01 Jan - 31 Dec 2023
01 Jan - 31 Dec 2022
01 Jan - 31 Dec 2021
01 Jan - 31 Dec 2020
01 Jan - 31 Dec 2019
01 Jan - 31 Dec 2018
01 Jan - 31 Dec 2017
01 Jan - 31 Dec 2016
01 Jan - 31 Dec 2015
01 Jan - 31 Dec 2014
01 Jan - 31 Dec 2013
01 Jan - 31 Dec 2012
01 Jan - 31 Dec 2011
01 Jan - 31 Dec 2010
01 Jan - 31 Dec 2009
01 Jan - 31 Dec 2008
01 Jan - 31 Dec 2007
01 Jan - 31 Dec 2006
01 Jan - 31 Dec 2005
01 Jan - 31 Dec 2004
01 Jan - 31 Dec 2003
01 Jan - 31 Dec 2002
01 Jan - 31 Dec 2001
01 Jan - 31 Dec 2000
01 Jan - 31 Dec 1999
01 Jan - 31 Dec 1998
01 Jan - 31 Dec 1997
01 Jan - 31 Dec 1996
01 Jan - 31 Dec 1995
01 Jan - 31 Dec 1994
01 Jan - 31 Dec 1993
01 Jan - 31 Dec 1991
01 Jan - 31 Dec 1990
01 Jan - 31 Dec 20
01 Jan - 31 Dec 08
01 Jan - 31 Dec 00

E-mail

Mail

Links

dini's site in english
dini's site in dutch
Veel meer columns
en nog meer columns
Leeskring
B9-Literatuur
Schrijverspunt

Zoek!

Overig

Powered by Pivot - 1.40.7: 'Dreadwind' 
XML: RSS Feed 

« Hoe goed is nog het g… | Home | De honden van Rhodos »

Het ijs en de eenden

Zondag 12 Februari 2012 Het was me het weekje wel, de tweede week van februari. Koud was het, en onze provincie was in het wit: er lag ijs en de Elfstedenkoorts had toegeslagen. We hadden het hier in de noorden bijna allemaal te pakken, variërend van een lichte verhoging tot hoge koorts. Het maakte ons verwachtingsvol en onrustig. Maar dinsdagmorgen sijpelden de eerste berichten over het niet doorgaan van de tocht binnen. Op zangles vertelde een medeleerlinge het slechte nieuws, maar of het echt waar was? En na de les, toen ik mijn boodschappen bij het Kruidvat aan het afrekenen was, stapte de eigenaar van de zaak ernaast binnen, en vroeg aan de manager: “Als het ‘oan giet’, ga je die dag dan dicht? ” “Het giet niet oan,” zei de manager zonder op te kijken, druk bezig met scannen. Hoe hij dat zo zeker wist, vroegen zijn buurman en ik. Omdat hij net als mijn medeleerlinge op zangles de weersvoorspellingen had gehoord. Dooi. Zijn buurman wilde dat niet geloven, dus stel dat het toch zou doorgaan? ”Het gaat niet door, maar stel… dan gaat de winkel dicht,” zei de manager .” Dan doen wij dat ook” zei de buurman en met hoop in de ogen ging hij weer naar zijn eigen zaak.
Zo was het dus, die dinsdag. Het was koud en men had Elfstedenkoorts. En ondanks de weersvoorspellingen en geruchten was er hoop op het doorgaan van de tocht. Op het station was een cameraman aan het speuren naar, ja naar wat? Waarom had hij die camera in de aanslag? Mocht de tocht doorgaan, dan waren er nu nog geen rijders op het station. Het was er juist erg stil, de dienstregeling was vanwege het weer aangepast, er reden minder treinen.
De televisie was de grootste nieuwsbron over de tocht. Men liet beelden zien van drukke hoteleigenaars met volgeboekte hotelkamers. En van vrijwilligers die met sneeuwschuivers in de weer waren. De ijsdikte werd zorgvuldig bijgehouden en oud- rayonhoofden werden naar tv-studio’s gesleurd om hun kennis te etaleren. Van één van hen leerde ik dat het blijft vriezen als de eenden niet kwaken. Maar op woensdag meende ik toch even gekwaak te horen, ergens in de verte. Waren dit eenden? Of waren het andere vogels en dácht ik alleen maar eenden te hebben gehoord. Nog eens luisteren. Het bleef stil, ik hoorde niets meer.
Helaas, ’s avonds was de droom toch over, en moest men gedesillusioneerd terugkeren naar het normale leven. Hoewel de hoop nog niet helemaal was vervlogen. Er werd gezegd dat er misschien toch weer een koudefront aan kwam, een nieuwe vorstperiode. En nieuw ijs op oud ijs is best ijs, leerde ik. En ik leerde ook opnieuw dat mensen een beetje gek kunnen worden, dat bijna een heel volk zo graag wil dat zo’n tocht doorgaat. Begrijpelijk. Het is niet alleen de tocht, het is ook de saamhorigheid die daardoor ontstaat. En de hoop en vastberadenheid van de rijders. Van de vorige keren herinner ik me de sfeer op het station toen schaatsers uit het hele land arriveerden. Het dweilorkest dat hen verwelkomde en meteen al voor een feestje zorgde. De logé die bij ons de nacht doorbracht, was per auto gekomen, hij miste dat stukje Elfstedengevoel. Maar hij kreeg het op de dag zelf, door de enthousiaste mensen langs de kant, de muziek. Hij ervoer ook het zwoegen op ijs in het donker, en de vermoeidheid. En toen hij eindelijk weer bij ons thuis was, toen wist hij zeker: dat was eens en nooit weer. Toch, hij had het gehaald, hij had het felbegeerde kruisje.
Er was nu iemand op televisie, een Elfstedentocht deskundige, die vertelde dat het min of meer toeval is dat de tocht in Friesland wordt gehouden. Er moest destijds een provincie worden uitgekozen, Friesland zei,” dat kunnen wij wel.” Maar het had net zo goed Noord-Holland of een andere provincie kunnen zijn, zei de deskundige.
Het werd dus Friesland. De provincie die in de belangstelling komt als het zo koud is dat de ijsbloemen op de ramen staan en waterleidingen kunnen bevriezen. Friesland, waar de gemalen dan stil komen te liggen, waar iedereen hoopt dat de vorst lang genoeg aanhoudt en streng genoeg is tot het ijs op de route overal vijftien centimeter is. Pas dan komt het groene licht voor de tocht. Het licht kwam deze keer niet op groen. De SGP en de ChristenUnie die bang waren dat de tocht op zondag zou worden gehouden, konden gerustgesteld zijn. Hoewel er later een predikant was die zei dat een Elfstedentocht op de dag des Heren best had gekund. Hij haalde er een bijbeltekst bij aan, en zei ook dat de Joden de sabbat als rustdag hebben en voor Moslims is de vrijdag door het vrijdaggebed een heilige dag. Als een tocht op vrijdag en zaterdag geen probleem was, waarom zou de zondag dat dan wel moeten zijn? En daarbij zou de verbroedering die de tocht met zich mee bracht de Heer welgevallig zijn, sprak de dominee.
Maar niemand hoefde zich nog druk te maken om deze zaken. Op donderdag bakte de bakker stukjes oranjekoek met de tekst: “It kin net”. En al kon het niet, de Leeuwarder Courant schreef: “ De Elfstedenvereniging ziet vooreerst af van een tocht, maar mocht de vorst alsnog doorzetten dan staan ze klaar om opnieuw aan de slag te gaan. ’Op âld iis friest it it bêst’, haalde ijsmeester Jan Oostenbrug een oud Fries gezegde aan.” Er was toen nog een klein beetje hoop, maar ergens achter ons huis zong voor het eerst sinds lange tijd weer een merel, en koerde een duif. En in de verte had ik weer het gekwaak van eenden gehoord.
Op vrijdag hoorde ik tijdens het winkelen in Franeker verscheidene mensen praten over het niet doorgaan van de tocht, vooral ouderen. Ze vonden het zo jammer. Want misschien was dit voor hen de laatste kans geweest om nog één keer een Elfstedentocht mee te maken. Helaas is die hoop nu helemaal vervlogen. Want de eenden vertikken het hun snavel te houden, de kou lijkt niet terug te keren, en het Waterschap gaat de gemalen weer aanzetten. Dan zal het niet lang meer duren eer het ijs verdwenen is. De Elfstedenkoorts is over. De zingende vogels, koerende duiven, en kwakende eenden zullen er niet rouwig om zijn. Zij hebben zin in de lente.
 

Design and implementation by Focusys