Dit blog...

Welkom op de website van Dini Commandeur. Als columniste heeft Dini een flink aantal columns voor verschillende bladen geschreven. Daarnaast schrijft Dini af en toe korte verhalen. Deze columns en verhalen zijn op deze website beschikbaar voor iedereen. Periodiek worden hier ook de nieuwste columns en verhalen gepubliceerd.

Archieven

01 Jan - 31 Dec 2023
01 Jan - 31 Dec 2022
01 Jan - 31 Dec 2021
01 Jan - 31 Dec 2020
01 Jan - 31 Dec 2019
01 Jan - 31 Dec 2018
01 Jan - 31 Dec 2017
01 Jan - 31 Dec 2016
01 Jan - 31 Dec 2015
01 Jan - 31 Dec 2014
01 Jan - 31 Dec 2013
01 Jan - 31 Dec 2012
01 Jan - 31 Dec 2011
01 Jan - 31 Dec 2010
01 Jan - 31 Dec 2009
01 Jan - 31 Dec 2008
01 Jan - 31 Dec 2007
01 Jan - 31 Dec 2006
01 Jan - 31 Dec 2005
01 Jan - 31 Dec 2004
01 Jan - 31 Dec 2003
01 Jan - 31 Dec 2002
01 Jan - 31 Dec 2001
01 Jan - 31 Dec 2000
01 Jan - 31 Dec 1999
01 Jan - 31 Dec 1998
01 Jan - 31 Dec 1997
01 Jan - 31 Dec 1996
01 Jan - 31 Dec 1995
01 Jan - 31 Dec 1994
01 Jan - 31 Dec 1993
01 Jan - 31 Dec 1991
01 Jan - 31 Dec 1990
01 Jan - 31 Dec 20
01 Jan - 31 Dec 08
01 Jan - 31 Dec 00

E-mail

Mail

Links

dini's site in english
dini's site in dutch
Veel meer columns
en nog meer columns
Leeskring
B9-Literatuur
Schrijverspunt

Zoek!

Overig

Powered by Pivot - 1.40.7: 'Dreadwind' 
XML: RSS Feed 

« Gezinsleden | Home | Vriendinnen »

Een probleem is geen probleem…

Interface 2001 nummer 4 Woensdag 15 Augustus 2001

Terwijl ik op weg ben naar de brievenbus passeert mijn buurjongetje Eric mij. Zoals altijd groet hij beleefd, maar deze keer heeft hij ook een vraag: "Hoe oud ben jij eigenlijk, Dini?" "Achtenveertig," antwoord ik naar waarheid. "Wat oud," fluistert Eric, met ontzag in zijn stem.

Een buurtgenote heeft ons gesprekje gevolgd, en zij vindt die reactie van Eric maar sneu voor mij. Zelf kan ik er wel om lachen. Want Eric is tien jaar, en toen ik die leeftijd had, vond ik iedereen boven de veertig hoogbejaard. Ik snap dus best dat Eric mij stokoud vindt, waarschijnlijk sta ik in zijn ogen al met één been in het graf. "Maar je wordt toch maar even met je neus op de feiten gedrukt," zegt die kennis ondiplomatiek. Zij is zelf in de dertig. En ze zou een veel leuker mens zijn, als ze zich niet zo met haar leeftijd en uiterlijk bezighield. Ze heeft pech, want ik heb totaal geen geduld met typjes die tijdenlang kunnen jammeren over een rimpeltje hier en een kwabje daar. Gezondheid vind ik veel belangrijker dan een rimpel meer of minder. Nee, ik heb dan ook geen zin in een discussie met iemand die oud worden als een kleine catastrofe ervaart. Na een kort gesprek maak ik gauw dat ik weg kom. Want ik ken mezelf. Voordat ik het zelf in de gaten heb som ik een rits voordelen van het ouder worden op. Want de voortschrijdende tijd brengt niet, zoals mijn kennis denkt, alleen aftakeling met zich mee. Ook levenservaring en wijsheid horen bij het ouder worden. Net als de ontdekking dat een probleem geen probleem is als je er geen probleem van maakt. Tenminste, als het niet om grote problemen gaat.

Als je ouder wordt, maak je ook minder snel van een mug een olifant. Een voorbeeld: Op zangles de hoge C er uitgooien, dat lukte mij vroeger niet goed. En dat moest wel van mij, als sopraan. Maar de hoge C en ik lagen elkaar niet zo, en dat zat mij hevig dwars. Totdat ik onverschillig werd. De hoge C kon barsten, wat mij betrof. Ik had wel andere noten op mijn zang. En toen ik er tijdens het toonladderen geen probleem meer van maakte, liet de hoge C zich plotseling horen zoals het hoorde. Hoewel dat voor mij niet eens meer hoefde.

Een ander voorbeeld over het loslaten van een probleem gebeurde een paar jaar geleden, toen ik op een dag mijn gastkindjes Demi en Denzel naar de peuterspeelzaal bracht. Dat ging onder fel protest van de tweeling. Ze waren amper twee en ze hadden de peuterzaal nog maar een paar keer bezocht. Ze vonden het er best leuk, als mama of ik maar bij hen bleef. En dat kon dus niet. Met op elke heup een brullend kind, en met vier knellende armpjes om mijn nek betrad ik die dag de peuterzaal. Denzel liet tenslotte toe dat ik hem op de grond zette, maar Demi klemde snikkend haar elfenlijfje tegen me aan. Tenslotte greep de peuterjuf in. "Ga nou maar," zei ze en nam de inmiddels weer krijsende Demi van me over, terwijl een stagiaire Denzel afleidde. Gedeprimeerd ging ik naar huis. Wat een waardeloze gastmoeder was ik toch. Hoe kon ik mijn lievelingen zo in de steek laten. Met het geluid van Demi's jammerlijk geschrei nog in mijn oren kwam ik thuis. Daar zag ik dat de luiertas nog in de gang stond. Omdat hun moeder de tas nodig zou hebben als ze de kinderen kwam halen, moest ik dus terug. En ik was vastbesloten dat, als mijn schatten nóg huilden, ik ze mee naar huis zou nemen. Even later zette ik de tas in de hal, en luisterde met gespitste oren richting peuterzaal. Achter de gesloten deur hoorde ik de juf praten en een kindje lachen: was dat niet Demi's lach? In elk geval hoorde ik geen enkel peutertje huilen. Opgelucht vertrok ik naar huis. Sinds die dag rekte ik het afscheid nemen niet meer, hoe zielig ik het soms ook vond. Maar ik wist dat Demi en Denzel het toch erg leuk vonden op de peuterspeelzaal, én dat ze leerden dat het afscheid niet definitief was.

En ík had intussen weer eens ontdekt dat een probleem geen probleem hoeft te zijn als je er geen probleem van maakt. Voor mij was dat een belangrijke levensles, een winstuitkering van het ouder worden.

Dini Commandeur


 

Design and implementation by Focusys