Dit blog...

Welkom op de website van Dini Commandeur. Als columniste heeft Dini een flink aantal columns voor verschillende bladen geschreven. Daarnaast schrijft Dini af en toe korte verhalen. Deze columns en verhalen zijn op deze website beschikbaar voor iedereen. Periodiek worden hier ook de nieuwste columns en verhalen gepubliceerd.

Archieven

01 Jan - 31 Dec 2023
01 Jan - 31 Dec 2022
01 Jan - 31 Dec 2021
01 Jan - 31 Dec 2020
01 Jan - 31 Dec 2019
01 Jan - 31 Dec 2018
01 Jan - 31 Dec 2017
01 Jan - 31 Dec 2016
01 Jan - 31 Dec 2015
01 Jan - 31 Dec 2014
01 Jan - 31 Dec 2013
01 Jan - 31 Dec 2012
01 Jan - 31 Dec 2011
01 Jan - 31 Dec 2010
01 Jan - 31 Dec 2009
01 Jan - 31 Dec 2008
01 Jan - 31 Dec 2007
01 Jan - 31 Dec 2006
01 Jan - 31 Dec 2005
01 Jan - 31 Dec 2004
01 Jan - 31 Dec 2003
01 Jan - 31 Dec 2002
01 Jan - 31 Dec 2001
01 Jan - 31 Dec 2000
01 Jan - 31 Dec 1999
01 Jan - 31 Dec 1998
01 Jan - 31 Dec 1997
01 Jan - 31 Dec 1996
01 Jan - 31 Dec 1995
01 Jan - 31 Dec 1994
01 Jan - 31 Dec 1993
01 Jan - 31 Dec 1991
01 Jan - 31 Dec 1990
01 Jan - 31 Dec 20
01 Jan - 31 Dec 08
01 Jan - 31 Dec 00

E-mail

Mail

Links

dini's site in english
dini's site in dutch
Veel meer columns
en nog meer columns
Leeskring
B9-Literatuur
Schrijverspunt

Zoek!

Overig

Powered by Pivot - 1.40.7: 'Dreadwind' 
XML: RSS Feed 

« HERE WE GO | Home | Amazing America »

Tommy en de sering

Interface 2008 nummer 3 Zondag 15 Juni 2008

Het is  Mei, de lente barst los en onze sering staat in bloei. Vol verbazing kijk ik naar de prachtig gekleurde bloesem, want wat ik ook had verwacht, níet deze pracht en praal. Toegegeven, voor de rest ziet het boompje er niet uit. Al jaren niet, eigenlijk.

En al jaren roep ik dan ook al dat de sering gekapt moet worden. En dat een sering ook geen boom hoort te zijn maar een struik. Maar dat is niet waar, leert Wikipedea me. Een sering kan best een boom zijn. Er zijn zelfs seringenbomen van wel zeven meter hoog. Die van ons is zo’n vier meter. Ooit door een vorige bewoner geplant op een schaduwrijke plek, groeide hij richting zon, hij wilde blijkbaar zoveel mogelijk zonnestralen opvangen. Jaar in jaar uit bloeide de sering. In warme zomers is de boom een natuurlijke parasol, en in de winter hangen aan zijn takken vetbollen en pindanetjes. Vogels houden dan ook van de boom. Katten ook. En misschien zijn het vooral de kattennagels die het boompje uiteindelijk de das om zullen doen. Want de boom wordt veelvuldig als kattenkrabpaal gebruikt. En het gaat dus al jaren niet goed met hem en vorig jaar wilde ik de knoop doorhakken. Ik kon het niet meer aanzien. De boom was oud en der dagen zat, dat zag men in een oogopslag. “Kijk toch naar de bloemen,“ zei ik. Ze waren bleek. En de bast op de stam en op de takken was voor een groot deel vernield door de kattennagels. Vooral sinds Tommy naast ons was komen wonen.. Het was duidelijk. Ons boompje had het helemaal gehad met het leven. Zo leek het althans. En wist ik nu maar wat die boom zelf zou willen, de zaag er in of nog niet? Er schijnen er mensen te zijn die met bomen praten. Men zegt dat dat heilzaam is, praten met bomen. Maar ik heb het nooit gedaan. Zou niet weten wat ik tegen een boom moest zeggen. Nee, met bomen babbelen doe ik niet. Ik praat altijd met katten. Ik ben een kattenkwebbelaar, en meestal geven de katten antwoord. We kunnen hele gesprekken houden. Ik moet toegeven dat er niet veel diepgang zit in die discussies, maar gezellig is het wel. Praten met bomen zie ik mij echt niet doen, maar vorig jaar had ik het zeker gedaan als ik antwoord had gekregen op de prangende vraag wat de boom zelf had gewild met zijn leven. Was zijn leven nog de moeite waard, of moest er maar een eind aan worden gemaakt? Wat zou het mooi geweest zijn als er dan een antwoord was gekomen. Ja, ik weet het, een ander maakt er geen probleem van, die zet de zaag er in en na een dagje werken zegt hij “opgeruimd staat netjes,” maar zo werkt dat bij mij niet. Ik heb al moeite om een plantje weg te doen waar nog een beetje leven in zit. En dat terwijl ik totaal geen groene vingers heb, en alleen makkelijke planten zoals sansevieria’s bij mij kans op overleven hebben. Maar vorig jaar stond ik bij de inmiddels uitgebloeide seringenboom en vroeg me af wat er diende te gebeuren. Ik vroeg het de zoons maar zij lieten de beslissing mooi aan mij over. Zij zeiden alleen dat als de boom weg zou gaan, zij daar bij wilden zijn, want zij waren met die boom opgegroeid, de boom hoorde bij hun leven. Maar eerst werd er nog gesnoeid en daarna zag ik nieuwe knopjes verschijnen en toen bleef de boom natuurlijk staan. Want hoe kun je nu een boom weg laten halen waarin nieuw leven ontkiemt? En trouwens, Tommy was er ook nog…

Tommy is de kat van de buren. Vorig jaar haalden ze hem uit het asiel. En het was dramatisch om te zien hoe bang Tommy was. Hij was samen met andere katten bij een mevrouw weggehaald die de dieren in reistassen en caviakooien hield. In het asiel leefden ze met elkaar in een kennel en dat ging goed. Maar toen Tommy een liefdevol tehuis bij de buren kreeg, snapte hij niet wat hij daar moest. Want er waren geen andere katten, alleen maar mensen. En daar had hij het eigenlijk niet zo op. Na vier weken ontsnapte Tommy, vermoedelijk op zoek naar zijn soortgenoten. Niemand rekende er op het schuwe diertje weer terug te zien, maar het wonder gebeurde, Tommy kwam terug en gaandeweg werd hij minder bang. Hij werd zelfs aanhalig, en houdt van aandacht. Hij ligt graag op het plat dak van de buren te zonnen, maar zodra hij een van ons, of een van onze katten ziet, gaat hij via de seringenboom naar beneden. Want aandacht is leuk!

Het is Mei, de lente is los gebarsten en met Tommy naast me kijk ik vol verbazing naar onze seringenboom met zijn prachtig gekleurde bloesem. Zo mooi van kleur is hij in jaren niet geweest.

“Wat moeten we nu toch met die boom, Tommy?” vraag ik, en Tommy zegt zoals altijd “mèkmèk” en met dat antwoord schiet ik dus niets op. Maar ik hoef ook geen antwoord. Want al praten de boom en ik niet met elkaar, de boom vertelt toch het een en ander over zijn conditie. De stam mag er dan niet uitzien, de takken armetierig zijn, de bloesem bloeit in volle glorie en misschien betekent dat, dat de boom vitaal genoeg is om nòg een jaartje mee te kunnen. “Denk je ook niet, Tommy?” “Mèkmèk.”

En dan is er plotseling een vreemde kat op Tommy’s plat dak  en Tommy roetsjt via de sering naar boven om zijn territorium te verdedigen. Ik bedenk dat de boom ook daarom moet blijven. Niet alleen om hemzelf en om de natuur opnieuw een kans te geven. Niet alleen om ons, maar ook een heel klein beetje om Tommy. En het lijkt alsof de boom instemmend knikt, maar het kan ook de wind zijn die de bloesem doet bewegen.

Dini Commandeur


 

Design and implementation by Focusys