Van alles en nog wat.
Bancorama 1995 nummer 1 Woensdag 15 Februari 1995 Waarschuwing: deze column gaat van de hak op de tak, 't is maar dat u het even weet. Want de afgelopen weken waren hectisch en rommelig, er gebeurde veel in huize Commandeur. Zo heb ik een andere computer gekregen, want mijn homecomputertje was door ouderdom niet meer te vertrouwen. Soms moest ik urenlang ploeteren om hem aan de praat te krijgen. Wonder boven wonder lukte dat steeds weer.Maar een paar van mijn gezinsleden vonden dat het nu echt tijd werd voor een PC. Niet alleen omdat ik hopeloos ouderwets bezig was met mijn homecomputer, nee, waarschuwde men mij met klem: Ik kon elk moment al mijn teksten kwijtraken doordat mijn machientje niet meer te vertrouwen was. En herhaaldelijk werd me verteld dat ik met een PC toch zoveel meer mogelijkheden had. Om een lang verhaal kort te maken: hij kwam er, mijn gebruikte PC. En het zal ooit nog wel eens wennen.
Ander onderwerp: Ik was jarig en dat werd een leuke dag, met veel bezoek. Een van de cadeautjes die ik kreeg vond ik heel aardig. Dat was een spreekwoordenboek, samengesteld door Nel Walters. Dit was een zeer welkom geschenk, daar ik nogal een liefhebster ben van mooie spreuken en gezegden. Snel het boek doorbladerend zag ik veel bekende spreekwoorden, maar nog meer onbekende. Het aardige van dit boek is ook dat er buitenlandse spreekwoorden in staan. Wat dacht u van dit Arabisch gezegde: "Ervaring is de spiegel van het intellect." Of deze: "Overal is compagnonschap mogelijk, behalve in huwelijk en gebed." Uit Brazilie komt het volgende spreekwoord: "Er zijn veertig soorten krankzinnigheid, maar er is slechts één soort gezond verstand." Deze komt uit Iran: "Het leven is een voortdurende dronkenschap; het plezier gaat voorbij, maar de hoofdpijn blijft." Voor bankmensen zijn deze Nederlandse spreekwoorden misschien wel aardig. "Het geld dat stom is, maakt recht wat krom is." Of "Hij zwemt in zijn geld", want "Hij verdient geld als water." En "Geld moet rollen", maar je kunt beter geen "Goed geld naar kwaad geld gooien." Tot slot hoop ik voor u allen dat "het schip met geld komt..."
Ja, ik was erg blij met dat spreekwoordenboek. Ik heb sowieso een mooie verjaardag gehad. Het mooiste "cadeau" kwam een paar dagen vóór mijn verjaardag. Toen belde mijn broer uit Deventer op. Hij was vader geworden van een zoon. Het knaapje woog bij zijn geboorte 2800 gram, dus het was een ukkie. Maar alles zat erop en eraan, inclusief een bos zwart haar. Wij dus op kraambezoek. Toen ik in de wieg keek belandde ik dertig jaar terug in de tijd. Mijn neefje was het exacte evenbeeld van zijn pa toentertijd. Kleine mensjes zijn zo boeiend. Hij werd wakker, trok rimpels in zijn voorhoofd en keek zijn moeder eens keurend aan. Bij elke baby vraag ik het mij af: wat gaat er in zo'n koppie om? Een vraag die nooit beantwoord wordt, maar hoe dan ook: een baby is en blijft een wonder.
En er is nog een wonder gaande, heb ik ontdekt. Want tijdens de reis naar Deventer zagen we een kerkuil en twee sperwers! Voor ons als stadsmensen is dat inderdaad een wonder. Want we hebben heel wat autoritjes gemaakt in de loop der jaren, maar nog nooit achter elkaar drie van zulke roofvogels gezien. Zou het beter gaan met het milieu? Ik vroeg het aan een kennis, die op het platteland woont. En hij antwoordde bevestigend. "Want kijk maar naar de sloten, die zijn veel schoner geworden. Er zijn weer kikkers aan het kwaken. En we zien ook inderdaad meer uilen en andere roofvogels!"
Dat was goed nieuws. Dat de natuur zich zo snel herstelt, is zelfs een wonder. En dat ik langzaam maar zeker met m'n computer overweg kan, is voor mij ook een wonder. U leest het zelf, het is me gelukt.
Dini Commandeur.
Bancorama 1995 nr 1