Bijstandsvrouwen
Kinderopvang 1999 nummer 12 Zaterdag 25 December 1999 "Hoe gaat het met je oppaskindjes?" vraagt een kennis die bij me op visite is. En na een lange ode aan mijn lievelingen, weet ze het wel: het gaat goed met Demi en Denzel. "Ander onderwerp," zegt ze.Ze mag graag even debatteren, die kennis. Wereldproblemen, maar ook nationale vraagstukken houden haar vaak bezig. Nu vraagt ze wat ik van de plannen van staatssecretaris Verstand vind. Ik ben nog met mijn gedachten bij Demi en Denzel en moet even op weg geholpen worden. Hoe zat dat ook alweer met de plannen van mevrouw Verstand? "Ze wil dat bijstandsvrouwen met kinderen onder de vijf jaar verplicht aan het werk gaan," zegt mijn kennis vol afgrijzen. Zij is het dus niet eens met de staatssecretaris. Het idee achter het plan van mevrouw Verstand is dat vrouwen niet te lang uit het arbeidsproces moeten zijn, want anders hebben ze later minder kans op werk. En dus blijven ze dan misschien hun leven lang in de bijstand. "En bijstand is armoe, dus op zich heeft dat plan van mevrouw Verstand wel iets," erkent mijn kennis. "Maar bijstandsvrouwen met jonge kinderen hebben het meestal al zo zwaar. Ze moeten doorgaans in hun eentje de kinderen opvoeden. Vaak zijn ze nog niet zó lang gescheiden. En een echtscheiding is een ingrijpende gebeurtenis, de verwerking daarvan kost tijd. Meestal gaan de vrouwen verhuizen en moeten zij en de kinderen aan een nieuwe omgeving wennen. Als ze dan ook nog werk moet zoeken... Trouwens, veel werkgevers zitten volgens mij niet eens zo te springen om alleenstaande moeders met kleine kinderen. Zo'n kind is weleens ziek, en een schoolkind heeft regelmatig vrij. En als een moeder dan geen goede opvang voor ze heeft kunnen regelen, dan moet zij vrij nemen of zich ziek melden. Daar zitten die bazen echt niet op te wachten. Maar het grootste obstakel is natuurlijk de kinderopvang, er is immers al zo'n tekort aan opvangplaatsen," eindigt ze haar betoog. Dat is waar. In onze stad bijvoorbeeld, is een groot tekort aan gastouders. Daarom hield het gastouderbureau onlangs een wervingsactie. Dat leverde positieve reacties op, en nieuwe gastouders meldden zich aan. "Maar ik heb gehoord dat er nog steeds een wachtlijst is," vertel ik. "Dan moeten die bijstandsvrouwen maar gastmoeder worden," zegt zij. Dat is misschien niet eens zo'n gek idee. Werken en toch ook voor je eigen kinderen zorgen. Op die manier wordt het kinderopvangprobleem gereduceerd, en zijn vraagouders, bijstandsmoeders en misschien zelfs mevrouw Verstand tevreden. Hoewel de vrouwen niet echt aan het arbeidsproces buitenshuis deelnemen. Dus misschien in de toekomst toch moeite zullen hebben met het vinden van een baan elders. Maar mijn kennis wuift dat bezwaar weg. "Wie dan leeft, wie dan zorgt," zegt ze. Haar lijkt het een ideale oplossing, bijstandsvrouwen die gastmoeder worden. Ze vergeet echter iets. Je moet wel gastmoeder willen zijn. Voel je er wat voor en heb je, zoals ik, de liefste en leukste gastkindjes van de wereld, dan is het gastouderschap een feest. Maar het mag eigenlijk niet uit nood geboren worden. Het opvangen van andermans kinderen moet een keuze blijven, ook voor bijstandsmoeders. In het belang van je gastkind, de ouders en zeker ook voor je eigen belang moet het gastouderschap een keus zijn, waar je met hart en ziel achter staat.
Dini Commandeur