Voor een poëzie-album
Bancorama 1995 nummer 4 Dinsdag 15 Augustus 1995 De bel gaat. Op de stoep staat een klein buurmeisje. Of ik in haar poëziealbum wil schrijven. Dat wil ik wel. In één van mijn bureauladen moet nog ergens een lief versje liggen. In een grote envelop, met allerlei spreekwoorden, citaten, rijmpjes en wetenswaardigheden.
Ik schud
de envelop leeg boven mijn bureau. Rijmpjes en versjes, wijsheden, recepten
voor lekkere hapjes, van alles dwarrelt voor mij neer. Bovenop de papierberg
ligt een aardig rijmpje, uit de scheurkalender van het genootschap Onze
Taal:
Als iemand mij plaagt of onheus doet
Op grond van mijn koddig profiel,
Verkies ik te doen of mijn neus bloedt,
Al is het gewoonlijk mijn ziel.
Alleen in geval van vernielzucht,
Door heren uit ruwe milieus,
Onthul ik hoe deerlijk mijn ziel zucht
Al is het gewoonlijk mijn neus. (Simon Knepper)
Zo'n gedichtje is natuurlijk niet geschikt voor een poëziealbum, maar wel het bewaren waard, toch? Net als de losse spreuken die ik heb verzameld, bijvoorbeeld: "Na elke mislukte dag komt er een nieuwe kans." En dat is een waarheid als een koe. Een paar ansichtkaarten komen tevoorschijn. Eentje is van vrienden die vroeger in Tsjechoslowakije woonden. Ze stuurden de kaart nadat de Muur was gevallen en de gigantische veranderingen in de Oostbloklanden plaatsvonden. "De tijd is een grote meester, hij brengt veel in orde," staat er op de kaart. Dat is waar, maar het is natuurlijk niet alléén de tijd die veranderingen teweeg brengt. Van diezelfde vrienden kreeg ik later nog een kaartje met de tekst: "Wie de zon in het leven ziet, laat de schaduw achter zich." Zoek de zon op, is dus de boodschap van die spreuk. En over boodschappen gesproken. Als u naar de supermarkt gaat, neem dan even een zakje dipsaus, paté royal, mee. Want ik heb tussen al die wijsheden toch een lekker recept voor gevulde eitjes gevonden: Maak de dipsaus volgens de gebruiksaanwijzing klaar, kook de eieren hard, laat ze afkoelen, meng de dooiers met de dipsaus en vul daarmee de de eieren. En dat is lèkker!
Maar intussen heb ik nog steeds het poëziealbumversje voor mijn buurmeisje niet gevonden. En aangezien ik moeilijk losse spreuken of een recept in het album kan schrijven, moet ik nog dieper in de papierberg graven. Een wijsheid uit een column van René Diekstra: "We kunnen niet voorkomen dat vogels van droefheid over onze hoofden vliegen, maar wél dat ze nesten maken in ons haar." Mooi, erg mooi, maar niet geschikt voor een poëziealbum. Het liefst zou ik zelf iets voor mijn leuke buurmeisje willen schrijven. Maar het enige wat ik bedenken kan is: "Denk eraan kind, dat iedereen in wezen alleen in het leven staat. Je moet het allemaal zelf zien te fiksen. En alles wat je meekrijgt aan hulp, liefde, genegenheid, vriendschap is een mooi cadeau." U ziet, het rijmt niet, het loopt niet lekker, het is te beladen voor zo'n jong kind, kortom niet geschikt voor het poëziealbum.
De volgende tekst komt uit "Een toekomst voor u en uw kinderen," van Wayne Dyer: (wijs en waar, maar niet geschikt voor het album, ik zeg het maar meteen.) "Vergeet nooit dat niets ter wereld volharding kan vervangen. Talent niet. Niets komt zo vaak voor als mensen met talent, maar zonder succes. Genialiteit niet. Miskende geniën zijn haast spreekwoordelijk. Geleerdheid niet. De wereld zit vol met geleerde mislukkelingen. Alleen volharding en vastberadenheid bepalen je kracht."
En dankzij mijn volhardend zoeken vind ik tenslotte toch dat wat ik in mijn buurmeisjes album wil schrijven.
"Mij mag je gerust vergeten,
als je maar mijn wens onthoudt.
en die is, dat je zult worden,
een fijn mens, geliefd, vertrouwd.
Iemand die niet altijd alles
beter kan of beter weet,
't liefst van zichzelf hoort spreken.
Maar een ander aandacht geeft."
Ik weet niet wie dit gedicht geschreven heeft. Het is echt zo’n typisch poëziealbumversje. Mijn buurmeisje vindt het mooi. Maar de poëziealbumplaatjes die ik bij mijn wens geplakt heb, die vindt ze het allermooist.
Dini Commandeur.