Groeispurt
Kinderopvang 2001 nummer 1 Donderdag 25 Januari 2001Als Demi, Denzel en ik aan het wandelen of winkelen zijn, komen we vaak bekenden tegen. En altijd zeggen die kennissen de laatste tijd hetzelfde.
Tegen Demi en Denzel: “Wat zijn jullie groot geworden.” En tegen mij: “Goh, wat zijn ze gegroeid, zeg.” “Ja,” zeg ik dan kort. “Tjee,” zaagt zo’n kennis door, “Wat gaat het snel ineens, hè? Dat peuterachtige is helemaal aan het verdwijnen. Ze worden al echte kleuters, vind je ook niet?” “Ja,” zeg ik, nog korter. Dat de tweeling in een groeispurt zit, is mij ook niet ontgaan. En ik kan niet zeggen dat ik daar erg blij mee ben. Want groeien betekent groot worden. Groot worden verandert in groot zijn. En al een half jaar vertellen ze me regelmatig dat als ze groot zijn, ze naar de basisschool gaan. Hoewel zíj dat nog niet beseffen, leef ik al een poos met de wetenschap dat het dan afgelopen is met de opvang van Demi en Denzel. Zeker, ze zullen echt nog weleens op bezoek komen. Maar ze zullen niet langer meer deel uitmaken van ons gezin. En ik ga ze heel erg missen, zeker weten. Het zou dan ook mooi zijn als de tijd een beetje langzamer ging, en het tempo van dat groeien iets lager lag. “Houden jullie toch eens op met groter worden,” zeg ik daarom weleens streng. Ze krijgen dan altijd prompt de slappe lach. “Dat kan niet, Dini. Wij kunnen niet stoppen met groter worden,” hikken ze. “Nou, jullie doen je best maar. Er wordt hier niet meer gegroeid vandaag,” foeter ik. Voor de zekerheid kijken ze me onderzoekend aan. Maar als ze de lach in mijn ogen zien rollen ze gierend van de bank. Die Dini toch. En ik maan mezelf om niet teveel aan de toekomst te denken, en met volle teugen van dit soort dolle momenten te genieten.
Maar de week daarna, als ik ze van de peuterzaal haal, roept juf Anita me. “Moet je eens kijken,” zegt ze, terwijl ze me een paar knip-en-plakwerkjes van de tweeling laat zien. We vergelijken de kunstwerken met het werk van een kindje dat nog niet zo lang de peuterzaal bezoekt. “Wat een verschil, hè? Het is toch ongelooflijk hoe snel ze zich ineens ontwikkelen. Die motoriek... En keurig alles binnen de lijntjes geplakt, goed hè? Je kunt nu toch echt merken dat ze kleuters worden.” “Niet over praten,” zeg ik haastig. En Anita, de schat, begrijpt mijn gevoelens. “Wat zullen jullie elkaar gaan missen,” zegt ze meelevend.
Ze nemen alvast een kijkje op de nieuwe school en zijn erg enthousiast over de lieve juffen en het mooie speelgoed. Er is zelfs een computer, vertelt Denzel, die dol is op computers.
Maar dan vraagt Jellie of de kinderen, als ze naar de basisschool gaan, één ochtend in de maand én in de schoolvakanties toch bij mij mogen blijven komen. Want één keer per maand zijn ze op maandag vrij. En Jellie moet tegenwoordig ook in de schoolvakanties werken. Het zou erg prettig zijn als ik Demi en Denzel dan zou kunnen opvangen. Natuurlijk, natúúrlijk mogen ze bij mij blijven komen. Heel graag zelfs. En nu er dus geen sprake meer is van een naderend afscheid mogen ze zélfs van mij weer groeien.
Dini Commandeur