Een dipje, chocola en het mooie van Leeuwarden
Donderdag 03 Juni 2010Wat is het beste dat iemand kan doen die in een klein dipje zit? Wat is beter dan grijpen naar een pilletje, drank, of een jointje? Chocola. Laatst las ik ergens het volgende citaat: “Save the Earth, it’s the only planet with chocolate.” (auteur onbekend). Diegene die deze spreuk schreef heeft het helemaal begrepen. Want als het even tegenzit, dan is er altijd weer de zoete troost van chocola. En ik eet chocola. Puur, melk, en met nootjes…
Ik zit in een dipje want ik maak me zorgen om zaken die ik niet kan veranderen, en om mensen die me dierbaar zijn en het moeilijk hebben.
En dan is er de crisis. Ik hoor dat woord zo vaak. Het lijkt wel alsof de hele wereld ten onder gaat aan crises. Van economische tot relatiecrisis, van klimaat- tot beschavingscrisis en in onze stad ontstond een nieuwe crisis. De cultuurcrisis.
Maar misschien is dat overdreven, misschien valt het mee, misschien komt onze gemeente tot bezinning en is alles een storm in een glas water. Misschien bedenken ze iets anders waarop bezuinigd kan worden, en wordt onze stad géén cultuurarme stad. Kan jong en oud kunst- en muziekonderwijs blijven krijgen in één gebouw en niet in verschillende wijkgebouwen zoals de gemeente nu wil. Misschien ziet de gemeente in, dat dàt eigenlijk niet mogelijk is, want hoe moet dat met al die muziekinstrumenten, kunstbenodigdheden, expositieruimtes enzovoort? En zullen de buren blij zijn met muziekleerlingen? Al ben je nog zo’n muziekliefhebber, de halve dag een drumstel horen of naar zangeressen moeten luisteren is wel veel gevraagd. Misschien valt het mee, en bedenkt de gemeente ook dat het veel handiger is de cursisten in één gebouw te houden omdat de docenten dan ook bij elkaar zijn. Men kan gemakkelijker met elkaar vergaderen en overleggen, en men zal misschien ook gauwer activiteiten ontplooien. En de cursisten zelf zijn geneigd eerder een vervolgcursus te nemen. Je krijgt immers zoveel meer “kunst” mee als je al regelmatig in een gebouw bent waar het naar kunst ruikt, waar je kunst ziet, waar muziek te horen is.
Misschien is er helemaal geen cultuurcrisis in onze stad maar voor de zekerheid stuurde ik mailtjes naar de raadsleden. Met ondermeer de vraag wat de plannen nu precies waren. Ik ontdekte:
A. dat raadsleden over het algemeen aardige mensen zijn. Ze sturen tenminste aardige antwoorden.
B. maar ook dat niet elk raadslid zich aan afspraken houdt. De fractie van een van de partijen wilde mij graag bellen over de vragen die ik had gesteld, ik mailde dus mijn telefoonnummer, en later nog eens een herinnering, maar tot nu heb ik niets gehoord.
C. en ook dat de antwoorden van de raadsleden geen duidelijkheid gaven omdat er niet veel duidelijkheid is.
Een raadslid is bij mij thuis geweest om het een en ander uit te leggen en de wensen van zijn partij uit te leggen. Een ander raadslid zal het zelfde nog komen doen.
Slechts één van de Leeuwarder partijen wil dat Parnas, (Centrum voor de kunsten) in één gebouw blijft, de andere partijen denken toch aan de wijken. Want kunst is heilig maar het instituut niet, zegt de wethouder. Wel, als kunst heilig is, dan zal ze toch het instituut ook moeten koesteren. Want kunstonderwijs in wijkgebouwen en scholen zal verarming van de kunst in onze stad opleveren. En we hebben al het een en ander ingeleverd de afgelopen jaren. Een prachtig orkest en de Muziek Pedagogische Academie.
Er moet bezuinigd worden, niet alleen Parnas is de dupe, ook andere instanties worden getroffen. Maar waarom Parnas me in het hart treft is niet alleen omdat ik zelf met zoveel plezier mijn lessen daar volg. Maar ik zie die jongen met de cello, dat meisje met haar dwarsfluit, de kinderen van de balletklas, de prachtige schilderijen en foto’s aan de wanden, de boetseerwerken… Kunst en muziek, die samen komen in één gebouw. In een stad waarvan de gemeente als slogan heeft: “Kijk, dat is ‘t mooie van Leeuwarden”. Maar als de kunst sluipenderwijs verdwijnt, Frysk orkest, MPA, Parnas, als Leeuwarden een cultuurarme stad wordt, als er dan ook meer mooie gebouwen gaan verdwijnen (mijn grote angst), wordt die slogan dan: “Kijk, dit wàs ‘t mooie van Leeuwarden?”
Het raadslid dat bij mij op bezoek kwam zei als een soort troost, dat wat in onze stad speelt, het bezuinigen op kunst en cultuur, voor veel steden geldt. Dat mag zo zijn, maar daar koop ik niks voor. Ik denk dat er ook veel steden zijn, kleiner dan de onze, die wèl adequate cultuureducatie aan hun inwoners bieden (en ook nog een historische binnenstad in stand houden).
En intussen eet ik me uit een dip met chocola, stuurde mailtjes naar raadsleden, (variatie op een thema: Save Parnas, it’s the only school of arts we have.) en hoop dat deze "cultuurcrisis" zo gauw mogelijk voorbij gaat.
Maar misschien is er helemaal geen crisis. Misschien zijn al die mailtjes voor niks geschreven en verstuurd, is al die chocola voor niks gegeten. Misschien komt er een oplossing, en om de Vlaamse schrijver Gerd de Ley te citeren: (Bron:Citaten.net.) “Echt crisis is het pas als er geen wijn meer is om bij het water te doen.”