Dit blog...

Welkom op de website van Dini Commandeur. Als columniste heeft Dini een flink aantal columns voor verschillende bladen geschreven. Daarnaast schrijft Dini af en toe korte verhalen. Deze columns en verhalen zijn op deze website beschikbaar voor iedereen. Periodiek worden hier ook de nieuwste columns en verhalen gepubliceerd.

Archieven

01 Jan - 31 Dec 2023
01 Jan - 31 Dec 2022
01 Jan - 31 Dec 2021
01 Jan - 31 Dec 2020
01 Jan - 31 Dec 2019
01 Jan - 31 Dec 2018
01 Jan - 31 Dec 2017
01 Jan - 31 Dec 2016
01 Jan - 31 Dec 2015
01 Jan - 31 Dec 2014
01 Jan - 31 Dec 2013
01 Jan - 31 Dec 2012
01 Jan - 31 Dec 2011
01 Jan - 31 Dec 2010
01 Jan - 31 Dec 2009
01 Jan - 31 Dec 2008
01 Jan - 31 Dec 2007
01 Jan - 31 Dec 2006
01 Jan - 31 Dec 2005
01 Jan - 31 Dec 2004
01 Jan - 31 Dec 2003
01 Jan - 31 Dec 2002
01 Jan - 31 Dec 2001
01 Jan - 31 Dec 2000
01 Jan - 31 Dec 1999
01 Jan - 31 Dec 1998
01 Jan - 31 Dec 1997
01 Jan - 31 Dec 1996
01 Jan - 31 Dec 1995
01 Jan - 31 Dec 1994
01 Jan - 31 Dec 1993
01 Jan - 31 Dec 1991
01 Jan - 31 Dec 1990
01 Jan - 31 Dec 20
01 Jan - 31 Dec 08
01 Jan - 31 Dec 00

E-mail

Mail

Links

dini's site in english
dini's site in dutch
Veel meer columns
en nog meer columns
Leeskring
B9-Literatuur
Schrijverspunt

Zoek!

Overig

Powered by Pivot - 1.40.7: 'Dreadwind' 
XML: RSS Feed 

« Vriendinnen | Home | Tijs »

Mijn computer en ik

Interface 2001 nummer 5 Maandag 15 Oktober 2001

1959: De eerste klas van de lagere school. Een klas met tweeënveertig kinderen. We leerden er hoe we netjes in de rij moesten lopen. We leerden hoe we muisstil moesten zijn. Met de armen over elkaar zaten we dan op de harde banken, de wijs­vinger tegen de lippen. Ook in de tweede klas hadden we met streng gezag te maken. In die eerste twee schooljaren leerden we schrijven met de kroontjes­pen.

Met het puntje van de tong tussen de lippen schreven we in schuinschrift de letters van het alfabet. Met naast ons schrift het groene vloeiblad dat steeds blauwer werd van de inktvlekken. Pas in de derde klas schakelden we van de kroontjespen over op de balpen. Those were the days.

1992: Na die jaren met de kroontjespen, de balpen en later diverse typemachines leerde ik schrijven op de computer. Ik zou nu niet meer anders willen, hoe­wel ik eerlijk moet bekennen dat ik een soort haat-liefde relatie met mijn computer heb. Zeker, ik zie heus de enorme voordelen wel in van het werken met de com­puter. Neem alleen het gemak van het corrigeren al, en corrigeren doe ik veel. Het verwijderen van tekst gebeurt trouwens ook vaak, schrijven is immers schrappen. Nee, ik zou niet meer zonder mijn computer kunnen werken, echt niet. Maar het heeft mijn echtgenoot destijds veel overredings­kracht gekost om mij achter zo'n ding te krijgen. Toch leerde ik uiteindelijk met Tasword te werken. Daarna moest ik overschakelen op WP 5.1. Een handige gebruiks­aanwijzing en een handboek hielpen me daarbij en ik kreeg heel veel hulp van man en zonen. Toen vond mijn gezin dat ik met Word moest werken. Opnieuw moest daarvoor veel overredings­kracht gebruikt worden, ja zeg was ik net een beetje aan WP gewend kon ik weer aan iets nieuws beginnen. Maar heel verstandig luisterde ik weer naar man en zonen, en stortte me op Word. Met een gebruiksaanwijzing en veel praktische en morele steun. Toch dacht ik er wel eens aan om een cursus te volgen. Maar dat werd me afgeraden. Zowel thuis als op mijn vrijwilligers­werk zeiden ze dat ik gewoon achter de computer moest gaan zitten en ermee aan de slag gaan. En ze gaven me les, werden er niet moe van om me alles duizend keer uit te leggen. Echt, ze verdienen een lintje voor hun onuit­put­te­lijk geduld. Maar het vervelende is dat ik zo gauw vergeet wat me uit­gelegd wordt. En mijn doorgewinterde computer­docenten vergeten dat Word voor hen geen geheimen meer heeft. Voor hen is alles logisch, en als ze me iets voordoen gebeurt dat meestal zo snel dat ik vaak niet eens zie wat ze doen. "Gewoon alles zelf uitproberen," stond laatst in de Libelle. "Gebruik een be­stand dat eventueel weg mag en druk  gewoon alle toet­sen een keer in."  Het bestand dat ik voor het uit­proberen gebruikte was binnen een paar seconden spoor­loos ver­dwenen. "Maar wat heb je dan gedaan?" vroeg mijn eega ver­bijsterd. Geen idee. Ik moest een verdwijn­toets hebben aangeraakt, maar welke? Doodeng vond ik het. Rare tekens op het scherm vind ik trouwens ook eng. Of een muis die hapert…  En een printer die dwars ligt. Op het werk bellen we bij dat soort problemen de "helpdesk" en meestal is een telefonisch advies dan voldoende. Thuis heb ik mijn eigen hulp­troepen, maar die staan niet altijd paraat. Trouwens, die af­han­ke­lijk­heid werkt ook weer frus­trerend. Ja, hoeveel voordelen het werken met de computer ook heeft, de stress die je er gratis en voor niks bij krijgt kan ik missen als een virus. En als er van alles mis gaat terwijl er een deadline nadert, dan voel ik soms sterk de neiging om mijn computer bij z'n lurven te grijpen en het raam uit te keilen.

Daarom verlang ik nog wel eens terug naar 1959. Naar de tijd van kroontjespen en inkt. Terug naar dat oergevoel van langzaam de pen in de inktpot dopen, terug naar het kalme rustgevende schrijven van weleer... Weg met de computer dan maar? Nou nee, toch maar niet. Want mijn computer en ik... Soms haat ik dat brommerig ding, maar meest­al ben ik toch wel erg tevreden met zijn kunnen. Want de mogelijkheden van een computer, daar kan toch echt geen kroontjes­pen tegenop.

Dini Commandeur


 

Design and implementation by Focusys