Voor herhaling vatbaar
Interface 2002 nummer 1 Vrijdag 15 Februari 2002 Onlangs vroeg iemand van mijn lezerspubliek hoe het met mijn gastkindjes ging. Leuk, die belangstelling voor mijn lievelingen. Ik kon vertellen dat het goed gaat met Demi en Denzel,. Maar ze zijn al een poosje mijn gastkindjes niet meer. Opgroeien gaat snel: ze bezoeken nu al meer dan een jaar de kleuterklas van de basisschool. En aangezien hun moeder haar werktijden aan de schooltijden kon aanpassen, hield de opvang op. Ze komen echter regelmatig op bezoek en daar ben ik erg blij om.Demi en Denzel waren veertien maanden toen ze mijn gastkindjes werden. Bijna drie jaar lang mocht ik een stukje van hun ontwikkeling volgen. Ik zag hun eerste wankele stapjes, ik leerde hun woordjes herkennen. We keken naar de Teletubbies, we maakten tekeningen en we dansten met z’n drieën op peuterpopmuziek. Daarna probeerde ik ze weer enigszins tot rust te krijgen met klassieke muziek. Maar helaas, mijn pogingen om ze spelenderwijs een beetje liefde voor dit genre muziek bij te brengen, zijn gestrand. Zeker, Demi was korte tijd een fan van Mozart. Zij danste op zijn muziek met een uitmuntend gevoel voor ritme. En haar timing was perfect: ze eindigde haar dans sierlijk en met een buiging op de laatste klank van het slotakkoord. Verwonderd keek ik dan toe hoe dat peutertje haar danstalent toonde op voor haar onbekende muziek. Denzel was minder een Mozart-fan. Hij raakte verslingerd aan een sopraan-aria uit Händels opera “Julius Caesar”, maar zijn enthousiasme duurde net zo kort als Demi’s Mozart adoratie. Ik troostte me dan maar als we “Kortjakje” aan het zingen waren. Want dat oude volkswijsje is ooit bewerkt door een lid van de Bachfamilie én door Mozart himself, dus als we “altijd is Kortjakje ziek” zongen, zongen we toch nog Mozart…
Er ontstond een innige band tussen de tweeling en mij, en aan de peutertijd van Demi en Denzel bewaar ik dan ook dierbare herinneringen. Hoewel het op de dagen dat ze aan het peuterpuberen waren, niet altijd makkelijk was. Speelgoed dat in drift door de kamer gesmeten werd. Denzel die Demi zo graag plagen mocht vooral als ze toch al de pest in had. Demi die het dan op het krijsen zetten en niets wat haar kalmeren kon, behalve haar aan het werk zetten. Met een poetsdoekje mijn bronzen beeldjes wrijven, heerlijk vond ze dat. Maar op een dag werkte zelfs die antidriftbui-methode niet. De bronzen Boeddha werd samen met zijn collega, de Hindoegod Shiva, in woede op de grond gegooid. Daarna vloog het moeder-en kindbeeldje door de kamer. Elk sussend woord van mij werd met gebrul beantwoord. Denzel ging ook meedoen en dat maakte de sfeer er niet gezelliger op. Tenslotte greep ik naar het laatste redmiddel: het zemen van de suitedeurramen. Ik zette ze elk aan een kant van het raam en ze begonnen met vochtige sponsjes over het glas te wrijven. Eerst nog met boze kopjes. Maar terwijl ze ijverig het raam tussen hen in boenden won hun gevoel voor humor het. En voor het eerst die dag hoorde ik hun schaterlach.
Na de peuterpuberteit brak er een rustiger tijd aan. Demi hield zich vaak bezig met tekenen en plakken, Denzel was gek op alles wat knoppen had en op de Lego.
Het was even slikken voor mij toen ze vier werden en ze dus niet meer wekelijks over de vloer kwamen.
Gelukkig komen ze regelmatig op bezoek en laatst hebben ze een weekendje bij ons gelogeerd. Dat was leuk. Vooral de nieuwe spelletjes op de computer waren een groot succes, maar het bezoek aan de zeehondjes in Pieterburen scoorde ook hoog. Ik durf niet te zeggen wie van ons tijdens die logeerpartij het meest genoten heeft: de tweeling of wij, als een soort trotse grootouders. Ja, het was een erg leuk weekend. “Voor herhaling vatbaar,” zeiden wij. En datzelfde geldt voor het gastouderschap. Want ik mis het wel, een paar van die hummeltjes om me heen. Laat nu net vandaag de consulente van het gastouderbureau bellen: ze heeft misschien een paar kindjes voor me. Tijdelijk weliswaar, maar toch… Op slag word ik onrustig. Want het gaat om een tweeling. Een jongen en een meisje. Van veertien maanden. Net zo oud als Demi en Denzel waren toen ze mijn gastkindjes werden. “Kalm, kalm,” maan ik mezelf. Eerst even rustig nadenken. De voors en tegens op een rijtje. Dan de zaak bespreken met de gezinsleden, en nog eens nadenken…
Maar eigenlijk hoef ik niet na te denken, want ik weet al wat ik wil…
Dini Commandeur