Er was niemand die beloofde dat het ooit nog goed zal komen
Vrijdag 20 November 2015 Op 13 november reisde ik met de trein naar Amsterdam. Ik was op weg naar een symposium in de Vrije Universiteit. Eenmaal in Amsterdam moest ik, volgens een routebeschrijving, met de sneltram lijn 51 naar de Boelenslaan. Het was een beetje verwarrend want ik werd verwezen naar het metrostation, en een tram was bij mijn weten geen metro. Een perronmedewerker zag mijn verwarring en legde uit dat ik met lijn 51 op de Boelenslaan moest uitstappen. Nu inchecken, na het uitstappen uitchecken. En dan was ik al bijna bij de VU. "Het komt wel goed," zei de perronmedewerker geruststellend. Maar een andere reizigster, net als ik niet zo bekend met het openbaar vervoer in Amsterdam, wees me even later toch weer naar boven, naar de trams. Daar stond een openbaar vervoer medewerkster die me uitlegde dat ik echt weer terug moest naar het metrostation. Met de metro/sneltram lijn 51 naar de Boelenslaan en dan uitstappen. "Dan komt het helemaal goed," zei ze. Ze kreeg gelijk. Samen met Ineke, een studente uit Brussel die ook in lijn 51 zat en naar het symposium ging, stapte ik uit op de Boelenslaan. We checkten uit en later op de terugweg checkten we samen weer keurig in. Tot op het Centraal Station ging alles van een leien dakje en tevreden namen we afscheid en wensten elkaar een goede reis.Ineke's trein vertrok eerder dan die van mij, en had, zo hoorde ik later, maar een heel klein beetje vertraging. Mijn trein, zo bleek al gauw, had meer dan een klein beetje vertraging. "Of nee," zei een verbijsterde conductrice. "Uw trein vertrekt helemaal niet!" Ze tuurde op het schermpje van haar gsm. Aankomst- en vertrektijden flitsten voorbij. En er waren ook berichten over treinen die niet vertrokken of niet binnenkwamen. "Het is chaos, echt chaos," mompelde de conductrice. Na weer een nieuw berichtje verwees ze mij naar een trein die waarschijnlijk over vijf minuten zou vertrekken. "Het is chaos," herhaalde ze. "Maar het komt wel goed." Na het zoeken naar mijn trein, die achteraf toch niet vertrok, begon ik er een beetje aan te twijfelen of het écht wel goed kwam met mijn reis. Als er zoveel treinen om zoveel onbekende redenen niet vertrokken, kon ik er dan wel van uitgaan dat ik die avond in mijn eigen bed zou slapen? Een aardige conducteur verzekerde me echter nog een keer dat alles goed zou komen, echt waar. Na nog wat zoeken en nog wat wachten zat ik eindelijk in een trein die in de goede richting reed. In Lelystad moest ik overstappen en daar bleek dat ook de trein die mij naar mijn stad zou brengen behoorlijk was vertraagd. Maar na een poosje kouwelijk wachten zat ik eindelijk in de trein naar huis. En toen pas durfde ik te hopen dat de behulpzame conducteur en de aardige conductrice gelijk hadden gehad met hun geruststellende verzekering dat het goed zou komen. Er was echter nog één onverwachte overstap, nota bene met mijn stad al bijna in zicht. Weer stonden alle passagiers kleumend maar berustend te wachten op een klein stationnetje. Maar eenmaal in onze trein reden we kort daarna toch echt mijn eigen station binnen. Ik was zo'n vier uur onderweg geweest op een trein afstand van 200 kilometer. En terwijl ik weer veilig thuis met een glas thee op de bank zat, was in Parijs, 630 kilometer zuidelijker, een groep terroristen bezig met de voorbereiding van gruwelijke aanslagen. Uit naam van hun opvatting van religie en met als doel het zaaien van dood en verderf. Niemand die hen kon tegenhouden. En er was niemand die beloofde dat het ooit nog goed zal komen.