Op de hurken naast Vestdijk
Donderdag 05 Januari 2017 Zo vaak waren we langs het museum gelopen, maar nog nooit waren we naar binnen gegaan. Omdat het weer te mooi was om een museum te bezoeken en we dus langs de boulevard wilden slenteren. Of we gingen liever op de dijk naar de schepen kijken die de haven in of uit voeren. Of we gingen winkelen, of terrassen. Er waren altijd redenen om het museum voorbij te lopen maar deze keer gingen we wél naar binnen. Want nu was er een expositie van een bekende schilder, en zijn werk wilden we beslist zien. De expositie was zeer de moeite waard en de rest van het museum was ook interessant. We namen de tijd, dwaalden door zalen met krakende vloeren. De sfeer van vroeger hing nog in het oude gebouw, we roken het, we voelden het. En ineens waren we in een kamer die gewijd was aan de schrijver Simon Vestdijk. Ik staarde naar de boeken langs de wanden. Zag bekende en mij onbekende titels. Vestdijk, las ik later op Wikipedia, heeft 200 boeken, 24 dichtbundels, 33 essaybundels, 57 novellen en korte verhalen geschreven. En dan waren er nog gepubliceerde briefwisselingen en vele vertalingen. Hij schreef ook honderden artikelen voor dag- en weekbladen. Een verbijsterende hoeveelheid tekst.Ik keek naar het bronzen beeldje van de schrijver, zittend aan een tafel. Geconcentreerd schrijvend. Zijn hoofd moet constant vol zijn geweest met ideeën, plots, zinnen, woorden.
Simon Vestdijk. Geboren in Harlingen, tegenover het museum.
Wij wandelen graag in Harlingen, en hoogstwaarschijnlijk lopen we weleens door dezelfde straten waar hij ook heeft gewandeld. Misschien hebben we bij de haven op dezelfde plek gestaan waar hij wellicht ooit stond. Kijkend naar de schepen die in en uit voeren. Nu was ik in de Vestdijkkamer en hurkte neer naast het bronzen tafeltje. En hij, net als de schrijftafel vereeuwigd in brons, hij was aan het schrijven, door niets en niemand afgeleid.