Dit blog...

Welkom op de website van Dini Commandeur. Als columniste heeft Dini een flink aantal columns voor verschillende bladen geschreven. Daarnaast schrijft Dini af en toe korte verhalen. Deze columns en verhalen zijn op deze website beschikbaar voor iedereen. Periodiek worden hier ook de nieuwste columns en verhalen gepubliceerd.

Archieven

01 Jan - 31 Dec 2023
01 Jan - 31 Dec 2022
01 Jan - 31 Dec 2021
01 Jan - 31 Dec 2020
01 Jan - 31 Dec 2019
01 Jan - 31 Dec 2018
01 Jan - 31 Dec 2017
01 Jan - 31 Dec 2016
01 Jan - 31 Dec 2015
01 Jan - 31 Dec 2014
01 Jan - 31 Dec 2013
01 Jan - 31 Dec 2012
01 Jan - 31 Dec 2011
01 Jan - 31 Dec 2010
01 Jan - 31 Dec 2009
01 Jan - 31 Dec 2008
01 Jan - 31 Dec 2007
01 Jan - 31 Dec 2006
01 Jan - 31 Dec 2005
01 Jan - 31 Dec 2004
01 Jan - 31 Dec 2003
01 Jan - 31 Dec 2002
01 Jan - 31 Dec 2001
01 Jan - 31 Dec 2000
01 Jan - 31 Dec 1999
01 Jan - 31 Dec 1998
01 Jan - 31 Dec 1997
01 Jan - 31 Dec 1996
01 Jan - 31 Dec 1995
01 Jan - 31 Dec 1994
01 Jan - 31 Dec 1993
01 Jan - 31 Dec 1991
01 Jan - 31 Dec 1990
01 Jan - 31 Dec 20
01 Jan - 31 Dec 08
01 Jan - 31 Dec 00

E-mail

Mail

Links

dini's site in english
dini's site in dutch
Veel meer columns
en nog meer columns
Leeskring
B9-Literatuur
Schrijverspunt

Zoek!

Overig

Powered by Pivot - 1.40.7: 'Dreadwind' 
XML: RSS Feed 

« Onder een paraplu | Home | Het mannetje op de ka… »

In Didam

Vrijdag 27 Oktober 2017 Op straat een gesprek voeren met een onbekende kost meestal geen enkele moeite als je elk een hond bij je hebt. Honden zorgen voor verbinding, al dan niet in positieve zin

Eerder deze week snauwde ik nog een voorbijganger toe dat hij zijn hond niet moest slaan, (het dier luisterde niet naar zijn baas, vandaar) en vandaag heb ik een gezellig gesprek met een vriendelijke mevrouw. Ik kom haar tegen aan de rand van Didam. Ze heeft een leuk hondje aan de lijn dat zeer geїnteresseerd is in Pleun, het hondje dat ik zelf aan de lijn heb. “Maar ze is niet van mij,” vertel ik. “Mijn echtgenoot en ik passen een weekje op haar. Hier in Didam”. De mevrouw vraagt waar ik vandaan kom. Niet uit deze omgeving, dat is haar wel duidelijk, zegt ze. En als ze hoort dat ik uit het vlakke hoge noorden kom, vraagt ze of ik Montferland mooi vind. En ja, het is hier erg mooi. “Didam ook?” vraagt ze verder. Een gewetensvraag. Het centrum is mooi en gezellig, maar de straten in de wijk waar wij tijdelijk verblijven zijn een crime voor iemand die gauw verdwaalt. Al die bochten, met al die straten die zo op elkaar lijken. De mevrouw lacht, en zegt dat ik hier dan toch maar iets langer moet blijven dan een week. Dan lopen we door, elk een kant op. Ik ga naar het park. Daar kan ik in elk geval niet verdwalen. Het is een mooi park, absoluut. Zonder eendenvijver weliswaar, maar een mens kan niet alles hebben. Er zijn speeltoestellen voor de kinderen en daar wordt goed gebruik van gemaakt. Hangjongeren komen er ook, denk ik. Er ligt wat rommel die daarop wijst. Ook in Didam wonen blijkbaar pubers die opruimen niet stoer vinden. Ik kijk naar de overkant, naar het industrieterrein. In de Romeinse tijd, zo leerde Wikipedia mij, bevond zich op de plek waar nu Didam ligt, een Germaanse nederzetting. Op het industrieterrein, Kollenburg, hebben archeologen ooit een grote hoeveelheid Romeinse voorwerpen gevonden. Munten en beeldjes uit vervlogen tijden. En nu, in de huidige tijd, kan men in het park tegenover Kollenburg lege snackbakjes vinden, en in de struiken zie ik een leeg colablikje. Plastic en blik inplaats van munten en beeldjes. Tijden veranderen. Misschien vindt men over een aantal eeuwen nog restanten van afval dat hangjongeren nu achterlaten. Ik raap een milkshakebeker op en gooi die in een prullenbak. Met Pleun naast me wandel ik verder door het park, met een poepzakje in de hand voor het geval dat. Want wat er in de verre toekomst dan ook in Didam door archeologen wordt gevonden, Pleun en ik zullen niets achterlaten. Geen enkel spoor.


 

Design and implementation by Focusys