De minibieb
Dinsdag 26 Januari 2021 Coronatijd. In de stad waren maar een paar winkels geopend. Essentiële winkels waar ik echt even naar toe moest, er zat niets anders op. Er was weinig te beleven in het centrum, maar in de verte probeerden een paar straatmuzikanten nog een beetje sfeer te creëren.
Ik raakte in gesprek met een wandelaar die voor me liep, maar die plotseling stilstond en omhoog keek. In een nis zat een duif op een nest. Zo vroeg in het jaar aan jonkies beginnen, wat bezielde die duif? We waren bezorgd, de wandelaar en ik. We hoorden de kleine duifjes piepen, en hoe moest dat nu als het ineens tóch ging winteren? Die kleintjes zouden de kou waarschijnlijk niet overleven. Wij vonden het zielig en liepen maar gauw door. Ondertussen converseerden we verder. En via Covid-19 en allerlei andere virussen en ziektes, kwamen we tenslotte uit bij lepra. Die vreselijke bacteriële infectieziekte die vooral in Azië, Afrika en Latijns-Amerika voorkomt. Ik had ooit een indrukwekkend boek over lepra gelezen, vertelde ik de wandelaar. Over dat boek wilde hij graag meer informatie, hij zou er op googlen, zei hij. En toen we het toch over boeken hadden ging het gesprek algauw over de minibliotheken in de stad. Die leuke kastjes, gevuld met boeken die je gratis mag lenen of ruilen. De wandelaar hield veel van lezen. Hij had al diverse ‘pareltjes van boeken’ uit de minibiebs geleend, vertelde hij.
Minibiebs. Je ziet ze overal. Ze zijn een aanwinst voor de maatschappij. Ik ben er van overtuigd dat er mensen zijn die eerder niet snel een boek pakten, maar die dankzij een minibieb zijn gaan lezen. Niet alleen omdat de boeken gratis te leen of te ruilen zijn. Maar ook omdat de titel van een boek hen aansprak of de nieuwsgierigheid opwekte.
Ik ben een enorme fan van minibiebs. Net als de wandelaar heb ook ik ‘pareltjes’ uit minibiebs gehaald. En schrijvers ontdekt van wie ik nog nooit had gehoord, maar die naar de keel grijpende boeken hebben gepubliceerd. Minibiebs. Boeken. De wandelaar en ik zouden er uren over door kunnen praten. Maar zo ging het niet. Want hij moest rechtdoor en ik moest rechtsaf.
We kenden elkaar niet, die wandelaar en ik. En we hadden verschillende achtergronden, dat was al snel duidelijk. Maar belangrijker dan die verschillen waren de overeenkomsten: de bezorgdheid om babyduifjes en de gezamenlijke passie voor boeken en minibibliotheken. Met daaruit voortvloeiend een boeiend gesprek. Zomaar tijdens een korte wandeling, op een rustige middag in coronatijd.