Dit blog...

Welkom op de website van Dini Commandeur. Als columniste heeft Dini een flink aantal columns voor verschillende bladen geschreven. Daarnaast schrijft Dini af en toe korte verhalen. Deze columns en verhalen zijn op deze website beschikbaar voor iedereen. Periodiek worden hier ook de nieuwste columns en verhalen gepubliceerd.

Archieven

01 Jan - 31 Dec 2023
01 Jan - 31 Dec 2022
01 Jan - 31 Dec 2021
01 Jan - 31 Dec 2020
01 Jan - 31 Dec 2019
01 Jan - 31 Dec 2018
01 Jan - 31 Dec 2017
01 Jan - 31 Dec 2016
01 Jan - 31 Dec 2015
01 Jan - 31 Dec 2014
01 Jan - 31 Dec 2013
01 Jan - 31 Dec 2012
01 Jan - 31 Dec 2011
01 Jan - 31 Dec 2010
01 Jan - 31 Dec 2009
01 Jan - 31 Dec 2008
01 Jan - 31 Dec 2007
01 Jan - 31 Dec 2006
01 Jan - 31 Dec 2005
01 Jan - 31 Dec 2004
01 Jan - 31 Dec 2003
01 Jan - 31 Dec 2002
01 Jan - 31 Dec 2001
01 Jan - 31 Dec 2000
01 Jan - 31 Dec 1999
01 Jan - 31 Dec 1998
01 Jan - 31 Dec 1997
01 Jan - 31 Dec 1996
01 Jan - 31 Dec 1995
01 Jan - 31 Dec 1994
01 Jan - 31 Dec 1993
01 Jan - 31 Dec 1991
01 Jan - 31 Dec 1990
01 Jan - 31 Dec 20
01 Jan - 31 Dec 08
01 Jan - 31 Dec 00

E-mail

Mail

Links

dini's site in english
dini's site in dutch
Veel meer columns
en nog meer columns
Leeskring
B9-Literatuur
Schrijverspunt

Zoek!

Overig

Powered by Pivot - 1.40.7: 'Dreadwind' 
XML: RSS Feed 

« Een kwestie van fatso… | Home | Als het regent in Maa… »

Een open eind

Zaterdag 24 September 2022 Het was op een rustige herfstmiddag toen ik onze stadsbibliotheek bezocht om boeken te ruilen. Even voor de duidelijkheid: Dit verhaal is geschiedenis. Het speelde zich af in de tijd dat onze bibliotheek nog gevestigd was in ons historisch Beursgebouw.

  ‘De Beurs’ is inmiddels een dependance van de Universiteit van Groningen, en de bibliotheek is nu gevestigd in de oude gevangenis ‘de Blokhuispoort.’ Een prachtige bibliotheek in een prachtig gebouw, maar dat terzijde. Ik was die middag dus in onze vroegere stadsbibliotheek waar de ruimtes zó waren ingericht dat je bij het zoeken naar dat ene boek niet zag wie aan de andere kant van de boekenschappen stond. Je kon elkaar wél horen. Terwijl ik naar een boek zocht waarvan ik de titel inmiddels ben vergeten hoorde ik een vrouw praten. Aan haar stem te horen was ze nog jong, en was ze net als ik op zoek naar een bepaald boek . “Je móet het lezen,” zei ze tegen haar metgezel. “Het is zo goed geschreven, je weet níet wat je leest.” Haar metgezel gaf geen antwoord, en deelde haar enthousiasme blijkbaar niet. “Echt,” zei ze. “Ik zal niet alles verklappen, maar het gaat onder meer over hanen, hitte en honger. Klinkt Een treurig, maar toch is het boek zó het lezen waard. Een literair juweeltje.” Haar metgezel humde een beetje en mompelde “Oh ja?” en “Gòh zeg.” Verder ging zijn reactie niet. Zij kon hem maar niet enthousiast krijgen voor dit bijzondere boek, hoe ze het ook probeerde. Ze vertelde met vuur over de schrijver. Een top auteur, misschien wel de beste schrijver van de wereld, zei ze.  En dit was naar haar mening zijn allerbeste boek. “Ik hoop zo dat het hier tussen staat,” zei ze. Hij mompelde weer iets maar zij hoorde dat niet. Want: “Kijk, kíjk, hier is het.” Op plechtige toon las ze de titel. En ik kon het niet zien, maar ik stelde me voor dat zij het boek van de plank haalde en er liefkozend overheen streek. Waarschijnlijk wilde ze het boek toen aan haar vriend geven, maar blijkbaar weigerde hij.  Ook niet toen ze teleurgesteld “echt niet?” vroeg.  Maar “nee, echt niet,” zei hij. Met een zucht zette ze het boek terug op de plank. En hij zei dat hij naar huis wilde. Even gezellig op zijn kamer iets drinken of zoiets, zei hij. Nu was zij het, die niet antwoordde. Een paar tellen later liepen ze mijn kant van het schap voorbij, zonder me op te merken. En ik zag een knappe jonge vrouw met een ‘ver weg blik’ in de ogen. Misschien was ze in gedachten nog bij de haan, de hitte en de honger. En híj kon zijn ogen niet van haar afhouden. Zoals zij in de ban van dat boek was, was hij in de ban van haar.

Hier hapert mijn herinnering. Legde hij echt zijn handen op haar schouders om haar naar zich toe te trekken? Wilde hij haar zoenen? Weerde zij hem af en zei ze: “Niet hier!”? Of vul ik nu zelf het hiaat in mijn herinneringen in? Zoals bekend is ons geheugen het minst betrouwbaar onderdeel van ons lichaam, en het zou zo maar kunnen dat dit deel van het verhaal niet helemaal klopt. Maar toch liepen ze volgens mij na een korte onderbreking nog even door. Hij met snelle stappen. Hij wilde blijkbaar gauw naar huis, naar zijn kamer. Om met haar iets te drinken, maar waarschijnlijk vooral om ‘zoiets’. De hartstocht leek van hem af te spatten en hij had haast. Maar zij bleef staan, en ik zag ze praten. Zij wees naar de schappen met boeken, en hij schudde zijn hoofd. En praatte en praatte, maar pas toen ze geen antwoord meer gaf liep hij met grote passen door. Ik zag hoe ze even aarzelde maar toen resoluut de leeszaal weer in ging.  Ze waren nu beiden uit het zicht. En ik ging zoeken naar dat ene boek dat volgens haar was geschreven door een van de beste schrijvers ter wereld. Ik vond het al snel en nam het mee naar huis. Het verhaal greep me meteen bij de keel. Door de haan, de hitte, de honger, het wachten. Toen ik het boek later terug bracht naar de bibliotheek, ging ik meteen daarna naar de boekenwinkel om dit literair juweeltje zelf aan te schaffen.

En elke keer als ik nu het boek tussen mijn andere boeken zie staan, dan voel ik weer hetzelfde mededogen van toen. Ook al weet ik dat het fictief is, de beschrijving kan een verhaal levend maken. Bij dit boek moet ik ook altijd aan het stel in de bibliotheek denken.  Zouden ze nog bij elkaar zijn? Of was het juist op die middag dat hun relatie werd beëindigd? Omdat hij vooral haar lichaam begeerde, en omdat voor haar de liefde voor boeken zo belangrijk was? Ik zal het nooit weten. En dus eindigt het verhaal in de bibliotheek net als in het boek waar alles om draaide: met een open eind.

 

 


 

Design and implementation by Focusys