Dit blog...

Welkom op de website van Dini Commandeur. Als columniste heeft Dini een flink aantal columns voor verschillende bladen geschreven. Daarnaast schrijft Dini af en toe korte verhalen. Deze columns en verhalen zijn op deze website beschikbaar voor iedereen. Periodiek worden hier ook de nieuwste columns en verhalen gepubliceerd.

Archieven

01 Jan - 31 Dec 2023
01 Jan - 31 Dec 2022
01 Jan - 31 Dec 2021
01 Jan - 31 Dec 2020
01 Jan - 31 Dec 2019
01 Jan - 31 Dec 2018
01 Jan - 31 Dec 2017
01 Jan - 31 Dec 2016
01 Jan - 31 Dec 2015
01 Jan - 31 Dec 2014
01 Jan - 31 Dec 2013
01 Jan - 31 Dec 2012
01 Jan - 31 Dec 2011
01 Jan - 31 Dec 2010
01 Jan - 31 Dec 2009
01 Jan - 31 Dec 2008
01 Jan - 31 Dec 2007
01 Jan - 31 Dec 2006
01 Jan - 31 Dec 2005
01 Jan - 31 Dec 2004
01 Jan - 31 Dec 2003
01 Jan - 31 Dec 2002
01 Jan - 31 Dec 2001
01 Jan - 31 Dec 2000
01 Jan - 31 Dec 1999
01 Jan - 31 Dec 1998
01 Jan - 31 Dec 1997
01 Jan - 31 Dec 1996
01 Jan - 31 Dec 1995
01 Jan - 31 Dec 1994
01 Jan - 31 Dec 1993
01 Jan - 31 Dec 1991
01 Jan - 31 Dec 1990
01 Jan - 31 Dec 20
01 Jan - 31 Dec 08
01 Jan - 31 Dec 00

E-mail

Mail

Links

dini's site in english
dini's site in dutch
Veel meer columns
en nog meer columns
Leeskring
B9-Literatuur
Schrijverspunt

Zoek!

Overig

Powered by Pivot - 1.40.7: 'Dreadwind' 
XML: RSS Feed 

« Amazing America | Home | Het geloof in wondere… »

Met twee handen

Interface 2008 nummer 5 Woensdag 15 Oktober 2008 In de Libelle las ik een ingezonden stukje met als titel: “Alles voor een ander, niets voor ons” De schrijfster, Barbara, schreef over haar vader die vindt dat hij een lintje heeft verdiend, want hij doet veel voor anderen. Niemand doet vergeefs een beroep op hem: de buren, verenigingen, voor iedereen staat hij klaar.

“Maar voor ons heeft hij nooit tijd,” schreef Barbara. “Als we hem eens wat vragen, krijgen we altijd nee te horen, zonder excuus. Mijn moeder is er wel altijd. Zij heeft ons leren dammen en schaken, en praten doen we met haar. Mijn vader wil een lintje, maar mijn moeder verdient er een.”

Dat berichtje in de Libelle deed me steigeren. Wat mankeert zo’n man? Heeft kinderen op de wereld gezet en geeft vervolgens niet thuis. Zal misschien inderdaad ooit een lintje krijgen, en na zijn overlijden zullen er veel rouwadvertenties verschijnen van al die verenigingen waar hij zich voor inzette. Maar wat heb je daar aan als je dood bent en je kinderen met bitterheid terugkijken op een vader die een lintje had, maar die er nooit voor hen was.

Gelukkig zijn er ook andere vaders. Vaders die weten hoe het wel moet. Die tijd en aandacht aan hun kinderen besteden, zelfs als ze het voorbeeld niet van huis uit mee hebben gekregen. Misschien juist daarom, misschien willen ze niet de fouten van hun eigen vader herhalen.

De tijden zijn natuurlijk veranderd. Jonge vaders hebben meer zorgtaken dan vroeger, en daardoor krijgen ze de kans een betere band met hun kind op te bouwen. De carrièremakers even buiten beschouwing latend. Voor hen blijft gewoon de vijfdaagse werkweek van kracht, en werk mee naar huis nemen is niet abnormaal.  Helaas schiet de “quality time” in het gezin daardoor nogal eens bij in. Voor hen dus geen “papa dag”, zoals andere vaders die wel kunnen hebben. En die vaders zie je dan ook wel achter de kinderwagen lopen. Soms duwen ze die met één hand. Net als sommige moeders. Dan zijn ze aan het bellen. Maar vroeger, lang voor de tijd van de mobieltjes, àls er dan eens een papa achter een kinderwagen liep, toen werd er heel vaak met één hand geduwd. En volgens een Nederlandse kinderpsychiater wiens naam ik vergeten ben, was dat een slecht teken. Want het betekende dat zo’n man helemaal niet achter die wagen wilde lopen, hij schaamde zich ervoor. Het voelde blijkbaar niet mannelijk. Het moet zeker al zo’n vijfentwintig jaar geleden zijn dat ik dit door die kinderpsychiater op de radio hoorde vertellen. Sindsdien is er veel veranderd. De meeste vaders duwen tegenwoordig zonder schaamte netjes met twee handen de wagen. Maar de macho’s zijn er ook nog steeds, de éénhandduwers. De jongens die het eigenlijk niet willen, met die kleintjes optrekken, althans niet voor het oog van de wereld. Ik kan er niets aan doen, ik let er altijd op. Voor éénhandduwers voel ik geen respect, hoewel het voor misschien best leuke vaders kunnen zijn. Opa’s, die scoren goed bij mij. Zij duwen altijd met twee handen. Ik snap ook wel waarom. Zij denken er ten eerste al niet eens over na hoe er geduwd moet worden, net als de vaders die automatisch met beide handen duwen. Opa’s gaan vaak ook zo leuk met hun kleinkinderen om. Ze hebben er nu immers de tijd voor, nu er geen carrière of drukke baan meer is. Ze willen niet missen wat ze bij hun eigen kinderen hebben gemist, het eerste tandje, de eerste stapjes, het eerste woordje. Veel opa’s genieten meer van hun kleinkinderen dan ze van hun eigen kinderen deden. Ze passen op ze, halen ze van school. Voor opa’s is oppassen op de kleinkinderen misschien leuker dan voor oma’s die hun hele leven al hebben gezorgd. En die, zolang ze nog gezond zijn, misschien graag nog iets anders zouden willen doen dan zorgen en oppassen. De praktijk wijst trouwens uit dat bij oppasopa’s-en-oma’s  de oma’s door hun ervaring meestal de regie en de eindverantwoordelijk hebben. Opa’s zijn er voor het plezier, oma’s voor de zorg.

In deze tijd mag je als vader het geluk hebben dat er ouderschapsverlof is geregeld, en dat je een dag in de week voor je kind kunt zorgen. Je kunt misschien de eerste beet van een tandje voelen, of de eerste stapjes filmen. Maar die zorgtijd gaat voorbij, en dan is het er weer tegenaan voor de volle mep, want de meeste bazen willen liever geen jongere werknemers die korter werken.

En nu wil de overheid op de kinderopvangkosten bezuinigen en als dat gebeurt, gaan de ouders minder werken. Het zal er wel op neer komen, dat de moeders dan korter gaan werken.

Want nog steeds is het in Nederland zo dat vaders de carrièremakers zijn, en de moeders de zorgtaken op zich nemen. Hoe vaak hoor je niet verhalen van vaders die hun kinderen nauwelijks zien, ook door de reisafstanden van het werk? “Als ik ’s ochtends de deur uitga slapen de kinderen nog, als ik terugkom slapen ze weer,” verzuchtte een jonge vader laatst. Hij werkt zich het schompes om zijn gezin een luxe bestaan te geven, maar ten koste van wat? Om elke dag uren in de file te staan, een stressvolle baan te hebben, en pas jaren later als oppas-opa aandacht te kunnen geven aan de kinderen van zijn kinderen?

Ik ken een vader die het roer omgooide en bewust een stap terugdeed. Het welzijn van zijn gezin en zijn eigen geluksgevoel was belangrijker voor hem dat zijn dure huis, het bedrag op zijn loonstrook, en zijn status.

Het is te hopen dat de vader van Barbara het roer ook omgooit. Dat hij het stukje van zijn dochter in de Libelle leest, en de boodschap begrijpt. Dat die verenigingen, de buren en anderen lang zo belangrijk niet zijn als zijn gezin. En dat hij met beide handen de kans grijpt alsnog een zorgzame, leuke vader te worden.

Dini Commandeur
 

Design and implementation by Focusys