Een beer in de tuin.
Bancorama 1997 nummer 4 Maandag 15 September 1997 Terwijl ik zit te dubben over het onderwerp van deze Bancoramacolumn, waar zal ik over schrijven: over muziek, over de liefde, over t.v.-programma's, over het aaibaarsheidsgehalte van Helmut Lotti, over de zin van het leven, over humor, peuters, het journaal met Philip Freriks...roept u maar, zou ik willen zeggen, maar helaas, u bent niet in mijn buurt dus ik zal het zelf moeten uitzoeken... Terwijl ik dus zit te peinzen, gaat de telefoon. Een vriendin meldt dat ze weer van vakantie terug is. Op slag vergeet ik mijn getob. Want die vriendin is in Canada geweest. En Canada staat op nummer 1 van mijn vakantiereisverlanglijst. Maar omdat zo'n reis nog ver in het verschiet ligt, moet ik het doen met andermans verhalen. Natuurlijk hebben mijn vriendin en haar man foto's en videofilms gemaakt, en natuurlijk gaan wij die binnenkort bekijken, en dan zullen we ook het complete reisverslag horen. Maar toch wil ik nu eerst antwoord op een prangende vraag. In Canada zijn beren, dus:"Hebben jullie ook beren gezien?" En jawel. Zij waren in een donker bos, (oei, griezel ik) en daar kwamen ze er een tegen. "En toen, wat deden jullie," roep ik, met kippenvel op de armen. Schreeuwen en lawaai maken, dat deden ze. Dat is ook het enige wat je kunt doen. Beren hebben een hekel aan herrie, dan nemen ze meestal de benen. "Was je niet bang?" vraag ik. Viel wel mee, zegt mijn vriendin. En zij verdient alle respect, want ík zou wel bang zijn in het bos bij de wilde dieren.Mijn schoonzusje Joke heeft in Canada gewoond en ik denk dat het door haar verhalen komt dat dat land mij zo interesseert. De natuur, de ruimte, de mensen, zij kan er zo boeiend over vertellen. Vooral de berenverhalen zijn interessant, en vraag me niet waarom beren mij zo boeien. Misschien omdat ik het een wonder vind dat er nog beren in het wild leven. De zwarte beren in Canada eten voornamelijk rode bessen. Tijdens droge zomers, als er niet genoeg bessen in de wildernis groeien, gaan ze op voedseltocht en trekken ze soms naar de bewoonde wereld. "En dan liep er zomaar een beer in de tuin," vertelde Joke eens. "Doodeng was dat." Trouwens niet alleen beren bezochten haar tuin, ook slangen schuifelden rond haar huis. "En veel eekhoorntjes, en wasbeertjes, die zijn zo aandoenlijk. En stekelvarkens. Dan bedoel ik niet kleine egeltjes, maar echte stekelvarkens met pennen tot wel 12 centimeter lang. Herten, veel herten waren er ook in de omgeving. Zo mooi." Begrijpt u nu waarom ik ook ooit naar Canada wil? Hoewel, ik wil al die dieren wel zien maar dan op een afstand. Want het is wel gevaarlijk, natuurlijk. Joke vertelde hoe ze eens tijdens een wandeling oog in oog met een beer had gestaan en ervan overtuigd was dat haar laatste uur geslagen was. Maar gelukkig deed de beer wat beren meestal doen bij mensen in de buurt: omdraaien en weglopen. En toch weet je nooit zeker of de beer wel weggaat. Mensen die in de Canadese bossen kamperen dienen zich dan ook aan de strikte regel te houden, om nooit maar dan ook nooit voedsel en geurtjes, (deodorant, parfum) in de tent te hebben. Alles wat eetbaar en geurig is moet in een boom gehangen worden, anders komen beren daar geheid op af. Het is levensgevaarlijk ook maar iets bij je te houden, want een beer heeft een goede neus en vaak honger. Een paar jaar geleden was er een jongetje uit Ottawa dat op kamp was, en zich niet aan die regel hield. Het kind werd letterlijk door een beer verscheurd. Op de dag van zijn begrafenis was heel Ottawa in rouw, want het komt eigenlijk nooit voor dat een beer een slachtoffer eist. Maar dit sombere verhaal vertel ik niet aan mijn vriendin die nog aan de telefoon is en met verve over haar Canadareis vertelt. En als we tenslotte ons telefoongesprek beëindigd hebben wil ik nog maar een ding: naar Canada en, op een veilige manier, beren zien.
Een reis naar Canada zit er voorlopig niet in; beren bekijken kan echter wel. In het Noorderdierenpark zien we een paar dagen later een paar prachtexemplaren. Erg mooi en helaas onaaibaar. Maar hoe mooi ik ze ook vind, ik hoef ze niet in het bos tegen te komen. En ik wil ze zeker niet in mijn tuin zien rondscharrelen.
Dini Commandeur.