Toiletproblemen
Kinderopvang 1999 nummer 11 Donderdag 25 November 1999Als het zonnetje schijnt gaan we naar buiten. Dat vinden Demi en Denzel leuk. Want buiten is het leven spannend, zelfs de meest triviale gebeurtenissen zijn boeiend. Van een stadsbus met piepende remmen tot buurkat Kato die met ons meewandelt... Alles trekt hun volle aandacht.
Vandaag is het mooi wandelweer, maar voor we op pad gaan moet er nog het een en ander gebeuren. We beginnen met zindelijkheidsoefeningen. Thuis gebruiken ze daarvoor een potje, maar bij mij mogen ze, zeer interessant, op de grote mensen wc. Ze moeten wel de kinderbril gebruiken, dat zit beter, dat begrijpen ze. Denzel mag als eerste. Hij neemt er de tijd voor. Maar hoe hij ook zijn best doet, er komt geen plas. En ook niet iets anders. Dus krijgt Denzel een droge luier en dan is Demi aan de beurt. Net als Denzel zit Demi deze keer meer voor de show dan voor het resultaat op het kinderbrilletje. Ook zij krijgt een schone luier, en dan kunnen de jasjes aan. "Nee, nee eerst lippentift," roepen ze. Hoe kon ik het vergeten. Ze zien mij altijd lippenstift gebruiken voordat we de deur uitgaan. En natuurlijk willen zij dat ook. Vroeger wreef ik dan met de onderkant van de lippenstifthuls over hun mondjes. Ze liepen er iedere keer weer in. Ze smakten met hun lippen, maakten kusgeluidjes en riepen "mooi lippentift" terwijl ik ze voor de spiegel hield. Tegenwoordig gaat die truc niet meer op. Echte lippenstift moet het zijn en ach, waarom ook niet. Ik zorg ervoor dat het geen lang houdende stift is, het kleurtje is zo weer verdwenen. Na het mooi maken trek ik ze de jasjes aan. Daarna kunnen ze in de tweelingwagen, maar als ik Denzel vastgesp ruik ik iets. Denzel moet verschoond worden. Demi wil in de wagen wachten tot Denzel en ik klaar zijn, en dat is prima. Terwijl ik Denzel verschoon gaat de telefoon. In eerste instantie laat ik het ding rinkelen. Maar na een poosje neem ik toch maar op, stel dat het een belangrijke boodschap is. Niet, dus. Met Denzel half aangekleed op mijn schoot poeier ik een mevrouw af die me voor de zoveelste keer probeert te paaien om lid te worden van een boekenclub. Denzel is net weer in de kleren als Demi begint te huilen. Ach hemeltje, wat een verdriet. "Wat is er, schat?" "Buikje doet pijn," snikt ze. "Och popje toch." Haar moeder had het vanmorgen al verteld: Demi heeft de laatste tijd weer last van darmkrampjes. Want waar Denzel nooit problemen mee heeft, in een mum van tijd een volle luier produceren, is voor Demi soms een crime. Ik ga met haar op de bank zitten, doe haar jasje uit, en wrijf zachtjes over haar buik tot de pijn verdwenen is. Dan wil Denzel nog iets drinken, en beiden krijgen ze nog een stukje ontbijtkoek met boter. Dat lusten ze graag, en misschien helpt het Demi van haar darmproblemen af. Daarna kunnen de jasjes weer aan. Ze klimmen in de wagen, ik gesp ze vast, trek mijn jas aan, pak mijn sleutels en mijn tas, controleer of de achterdeur op slot is, open de voordeur (buurkat Kato staat al te wachten), rijd de wagen het tuinpad op, en eindelijk zijn we dan buiten.
Dini Commandeur